Internet x journalistiek = riooljournalistiek?
Het moest er toch eens van komen: l-rs.org gaat van start. Ik heb een tijd nagedacht hoe ik mijn weblog vorm wilde geven. Er zijn er in korte tijd namelijk zoveel van bijgekomen en hoe kan l'il old me nou nog een nuttige bijdrage leveren? Niet dat nut per sé nodig is hoor, maar wie al een tijd op internet zit, die weet dat doelloos surfen snel verveelt.
Daarom, een weblog - maar eentje waar ik de gevonden links en sites in een wat uitgebreider verhaal wil verpakken. Misschien dat l-rs.org daarmee niet meer onder de definitie van een weblog valt, maar als FvJ er mee weg komt, dan ik ook! Een ego-pagina met daarop informatie over mij en mijn werk is in de maak. Geen prioriteitsklus, overigens. Voor het moment volsta ik met de mededeling dat ik bij Planet Internet werk en daar de Computer Planet onderhoud.
Ik zou willen dat mijn reden om dan toch eindelijk van start te gaan met l-rs.org een leukere was dan dat ik hieronder ga behandelen, maar soit. Als een of andere mediasocioloog mij en al mijn collega-internetjournalisten in de Volkskrant voor beginnelingen en rioolpers uitmaakt... dan word ik giftig.
Mediasocioloog Jan van Dijk doet nogal wat uitspraken waaruit blijkt dat hij van het medium internet alvast niet veel begrijpt. Zo stelt hij: 'Internet is een nieuw medium waarvan de betrouwbaarheid twijfelachtig is. Wil je goede journalistiek kunnen uitvoeren, dan moeten je bronnen controleerbaar zijn.' Een nieuw medium? Wat een onzin! Wat een cliché! Hier spreekt iemand die is opgegroeid met het boek en de krant, een radio met gloeibuizen en de eerste TV-uitzendingen vanuit Studio Irene in Bussum. Iemand die vindt dat iets wat nog maar zo kort bestaat niet serieus genomen kán worden! Wat van Dijk vergeet c.q. niet weet is dat internetjaren geen gewone jaren zijn.
In dit interessante artikel bij Microsoft (over de groei van hun website sinds 1994) worden internetjaren vergeleken met hondenjaren. 14 voor het eerste jaar, daarna zo'n 7 gemiddeld. Wie dus al sinds 1995 actief is op internet en daarvan ruim 3,5 als internetredacteur... heeft daarmee 28 jaar ervaring. Beetje simpel gezegd misschien, maar wel met een kern van waarheid.
Ik ben het ook oneens met de bewering dat op internet je bronnen niet zijn te controleren. Ik wil zelfs stellen dat het omgekeerde waar is. Lezers kunnen voor het eerst in de geschiedenis van de massamedia ZELF informatie nagaan. Dankzij de hyperlink - het klikbare controlemiddel van de online journalistiek. Wanneer ik een tekst schrijf voor de Computer Planet, dan bied ik de lezer alle informatie die nodig is om hun eigen beeld te vormen.
Brengt Casio vandaag een nieuw horloge uit met MP3-mogelijkheid? Kijk zelf wat Casio er over zegt! Een directe link naar het officiële persbericht of productpagina's. Hetzelfde ruwe materiaal waarmee een krantenjournalist moet werken. En zijn/haar artikel is, eenmaal in de krant afgedrukt, door de lezer helemáál niet meer op waarheid te controleren. Nee, Van Dijk laat zich hier beïnvloeden door de recente voorbeelden van zogenaamde onbetrouwbaarheid van bronnen op internet, zoals Ron's Angels: foto-modellen die hun eicelletjes zouden verkopen aan de hoogste bieder. Een stomme hoax (lulverhaal), waar alle media (inclusief de oude) met open ogen intuinden. 'Echte' journalisten noemen zo'n blunder een canard, trouwens. Dat je 't weet.
De mediasocioloog maakt het helemaal te bont met deze uitspraak: 'Het Internet-journaille bestaat voor het grootste deel uit beginners, dus moeten ze die normen leren op school. Ik ben bang dat het anders verzandt in een soort riooljournalistiek.' PARDON?! We zijn dus én zonder normen én onbetrouwbaar bezig én wat we maken staat in ieder geval niet in verhouding tot de geschreven, eh nee... de GEDRUKTE pers?! Hiermee toont Van Dijk definitief dat hij maar wat in de rondte praat en zich nog nooit serieus in de internetjournalistiek heeft verdiept.
Trouwens: het woord 'journaille' heeft in de definitie een voornamelijk negatieve betekenis: de verbastering van het Franse woord voor dag erkent de ademloze zoektocht naar actualiteit [door de pers] maar benadrukt oppervlakkigheid en fouten die daardoor ontstaan. (Vrij vertaald uit het Laufenbergs Läster Lexicon). Bovendien lijkt het opzettelijk op het scheldwoord 'canaille' dat zoveel betekent als 'gewetenloze en ophitsend werkende dagbladpers.' Onze mediasocioloog draait zijn hand er niet voor om maar liefst twee beledigingen in één zin te verpakken!
Wat me na het lezen van 't artikel bezighield was de grote W. Waarom zo negatief over de huidige stand van de berichtgeving op internet? Waarom het ontkennen dat er zoiets zou bestaan als pure internetjournalisten? Ik hou het er maar op dat het angst is. Vroeger was het zo: wanneer je enig talent voor schrijven bezat (en je graag een verhaal kwijt wilde aan de massa) dan kon je niet om de krant heen. En daarmee niet om de School voor Journalistiek. Met de komst van internet heeft iedereen zijn eigen drukpers. De hele wereld is potentieel jouw lezer. Geen papier, onmetelijk snel en alle controle in de hand van de journalist. Dat maakt sommigen waarschijnlijk een beetje bang.
Begrijp me niet verkeerd: een journalistieke opleiding kan een groot voordeel zijn: het helpt je teksten te structureren, leert je helder te werken en spelfouten te voorkomen. Wat je verwacht dat een school je leert. Maar dat je normen en waarden alleen leert op een School voor Journalistiek? Eerlijke teksten met controleerbare bronnen alleen kunt produceren op papier? GELUL! Punt NL. Dat 'ethische systeem' heb je, of je hebt het niet. Wie onzin verkoopt valt op internet gewoon door de mand.
Lars
PS
Wel een lang verhaal - maar het is dan ook niet zomaar een onderwerp. De volgende keer (wat klinkt dat Sesamstratig, vind je niet?) wordt het allemaal wat minder serieus. :D