NVJ
Afgelopen zaterdag naar de vergadering van de NVJ geweest. De sectie internet vergaderde en het bestaande bestuur werd uitgebreid met drie kandidaten. Uiteindelijk werden Erik van Heeswijk (van o.a. Onlijn), Esther Habers (van ANP@YourSite) en Henk Hendrikx (o.a. World Online) gekozen.
De verkiezing van de laatste twee verbaasde me eerlijk gezegd een beetje, omdat ze werken in een omgeving waar de commercie (of in ieder geval de commerciële exploitatie van journalistieke inhoud) de boventoon voert. Hun ervaringen in dat spanningsveld zijn waarschijnlijk nuttig, maar ik hoop van harte dat het niet het te schrijven webstatuut zal kleuren, of anderszins als richtsnoer zal dienen. In de woorden van een van mijn niet gekozen favorieten, Susan Verhey (o.a. Freeler) 'Onafhankelijkheid en commercie hoeven elkaar niet te bijten'. Het is zelfs een voordeel, vind ook ik, wanneer een redactie onafhankelijk werkt.
Hendrikx had niet mijn voorkeur, omdat de redactieformule die hij (in eigen woorden) 'in diverse landen had uitgerold' me niet aanspreekt. En wat World Online presteerde onder Hendrikx' leiding dient voor mij niet als voorbeeldfunctie. Specials waren misschien snel online en redelijk uitgebreid, maar de inhoud oversteeg het Story-gehalte nauwelijks. Te weinig afstand en soms zelfs ronduit sentimenteel. World Online stopt nu zelfs helemaal met het maken van eigen inhoud.
Nouja, laat ik mensen niet beoordelen op hun verleden (in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst) maar op wat ze voor de internetjournalistiek betekenen. Een statuut voor webredacties is alvast een uitstekend plan. Nog sterker dan in traditionele media voelen webredacties de hete adem van de commercie in hun nek. Iedereen wil originele inhoud, alleen wil bijna niemand er voor betalen.
En áls het dan gemaakt wordt, gaat dat met een eigen redactie (duur) of via inkoop bij contentbedrijven (ook duur). Daarmee is de verleiding groot om er op elke denkbare manier aan te verdienen, al wordt de inhoud gecorrumpeerd door banners, onderhuidse sponsoring of aanschafbuttons onder de tekst (in het geval van boek- of filmrecensies bijvoorbeeld).
Genoeg werk voor het nieuwe bestuur en de werkgroep 'webstatuut', dat blijkt. Tijdens de vergadering ontspon zich een discussie wat er in zo'n statuut moet komen en hoe je journalistieke inhoud onderscheidt van commerciële uitingen. Wat mij zorgen baart is niet zozeer het maken van een goed statuut (dat lukt met deze groep mensen vast wel) maar hoe je deze invoert.